Een boomkrekel en een kolibrievlinder op bezoek

Voor Jan Mertens had de zomer iets bijzonder in petto. Op een warme augustusavond hoorde hij in Park Groot Schijn een boomkrekel. En enkele dagen later kreeg hij in zijn tuin bezoek van de kolibrievlinder.

Beide diertjes behoren niet tot de courante insecten hier bij ons. Jan Mertens: “Het zijn insecten die door de klimaatverandering oprukken vanuit het zuiden naar het noorden van Europa.” De boomkrekel komt uit het Middellandse zeegebied. Het beestje is nachtactief en leeft op enkele meters hoogte in bomen. De habitat bestaat uit warme, zonnige graslanden met hogere begroeiing. Ook de kolibrievlinder, een nachtvlinder die overdag actief is, verspreidt zich meer en meer naar het Noorden. De vlinder kan, zoals een kolibrie, stil hangen in de lucht.

Mertens beseft echter dat deze medaille ook een keerzijde heeft. Want ruim een week geleden publiceerde bioloog Simon Reynaert van de universiteit van Antwerpen de resultaten van een onderzoek van de graslanden. Reynaert besloot: “Door de klimaatverandering kan de biodiversiteit van graslanden in Vlaanderen tot 75 procent afnemen. Vooral kruiden en hooisoorten zouden in de klappen delen.” En dat is heel slecht nieuws. Reynaert: “Deze graslanden slaan CO₂ op, houden water vast en bieden een thuis voor een divers ecosysteem. Ook een groot deel van ons veevoeder – zoals hooi – wordt op zulke gronden geteeld.”