Vlees eten met respect voor het dier
Enkele weken geleden stond in de Theatergarage de Carnivore’s Dilemma op de affiche. Het was het verhaal van een persoonlijke maar ook een universele zoektocht: is het nog steeds mogelijk om dieren te eten met respect voor hun welzijn, de planeet en onze gezondheid?
Kersverse vader en onderzoeksjournalist Benoît Bringer dacht na over wat hij zijn zoon te eten geeft. Om een steeds groter wordende bevolking te voeden, is in de wereld een waanzinnige productiviteitswedloop begonnen die resulteert in dierenmishandeling die vaak over het hoofd wordt gezien, naast grote gezondheids- en milieukwesties. Benoît Bringer vroeg zich af of er een alternatief bestaat. Daarvoor reisde hij de wereld rond om de afschuwelijke excessen van de industriële veeteelt aan het licht te brengen en vooral om uit te zoeken of het mogelijk is om het anders te doen. En hij vond mannen en vrouwen die een andere vorm van veeteelt beoefenen die de natuur en de dieren respecteert.
Dat bracht ons bij de vraag hoe dat dit hier bij ons zit. We vroegen het aan de verantwoordelijke van de buurderijen in Deurne. “Goede vraag,” antwoordt de man: “Dat was ook onze bekommernis bij het opstarten van de buurderijen. We wilden immers geen vlees aanbieden uit zogenaamde ‘industriële vleesfabrieken’. En ook wij hebben zoals Benoît Bringer boeren gevonden die het anders doen, met als uitgangspunt het welzijn van hun eigen dieren.” ’t Zwarthof is een boerderij met koeien en schapen. Boer Werner vertelt hoe hij zijn bedrijf uitbaat: “Ik heb 130 koeien en 60 schapen. Ik kweek hen op van kalf of lam tot volgroeide koe of schaap. De voeding teel ik zelf. Ik ken mijn dieren en behandel ze als mijn huisdieren. Voor het varkensvlees werk ik samen met een collega boer.”
De Goriënberghoeve is een melkschapenboerderij met een 100tal ooien. Boer Roel maakt zich sterk dat hij zijn ooien zelfs via de uier kan herkennen. Oorspronkelijk was hij een varkensboer: “Ik ben overgeschakeld omdat het kweken van varkens verlieslatend is. Ikzelf heb drie duroc zwijnen waarmee ik ongeveer jaarlijks een 60 varkens kweek. Die zeugen kennen mij en volgen mij als ik over mijn weiden wandel.” Boer Herman Vissers kweekt dan weer kippen: “Een doorsnee kip, de zogenaamde ‘plofkip’ die in de megastallen word gekweekt. moet slachtrijp zijn op 6 weken. Mijn kippen krijgen 12 weken om op te groeien. En ze hebben bovendien vrije uitloop.”
Wil je ook vlees eten dat met respect voor het dier is geproduceerd?
- Buurderij Cinema Rix/ Districtshuis: https://boerenenburen.be/nl-BE/assemblies/8128
- Buurderij Gitschotelhof: https://boerenenburen.be/nl-BE/assemblies/7705
Foto: Boer Werner Aerts van koeien- en schapenboerderij ‘t Zwarthof
Recente reacties