Uit de nieuwskeuken van Seven: ganzen
Beste lezers,
Geld brandt als vuur op de huid. (Te) goed van vertrouwen. Esprit de corps. Roeren in andere ketels. Het zouden zomaar titels kunnen zijn van één van mijn wekelijkse columns. Terwijl ik nip aan een eerste tas zaterdagse koffie hoor ik ze.
Ik zie ze (nog) niet maar ze kondigen hun komst aan met luide en opgewonden “Gák Gák Gák” geluiden, waarbij je de “g” moet uitspreken als die in Lady Gaga.
Het zijn ganzen die in een prachtige V-formatie overvliegen. Meestal niet vanuit ons land op weg naar het warme zuiden, zoals een hardnekkig misverstand luidt. Grasduinend op internet leert het mij dat ze juist vanuit het noorden hierheen komen. Ganzen vinden ons landje wel cool, met vrij veel water en weilanden waar ze kunnen grazen. Jawel, grazen. Want net als koeien houden ganzen van gras.
Door zo vlak bij elkaar te vliegen profiteren ze van de opstijgende wervelingen. Met dank aan de vleugelslagen van de gevederde voorganger. Dat bespaart hen de helft van de noodzakelijke energie tijdens het vliegen.
Misschien iets voor Ryanair? Ik stel voor dat ze eens met een stel van die Airbus A320’s in een V-vorm door Europa vliegen en eens kijken wat dat scheelt in het brandstofverbruik.
In de achterhoede van de V zie ik dat sommige ganzen van positie wisselen. Zo worden de krachtsinspanningen over de hele groep verdeeld. Ook dat is slim. Zo dom zijn die gansjes dus toch niet.
Ik kantel mijn hoofd steeds verder achterover om de ganzen zo lang mogelijk te kunnen volgen. Het zijn er tientallen. Nadat ik een grote hoofdletter V heb zien overvliegen, zie ik daarna nog een kleine letter v van een stuk of 12 erachteraan gaan. Laatkomers, zo vermoed ik. Niks menselijks is de gans vreemd.
Deze trekvogels zijn ook mondig. Want tijdens het vliegen, zo lees ik later op Wikipedia, praten de ganzen met elkaar.
“De achterste ganzen moedigen de voorste aan om op snelheid te blijven”. Wow. Prompt zie ik een beeld waarbij een stel ganzen, uitgedost in piepkleine oranjekleurige outfits, al kakelend recht boven de plaatselijke kerk vliegen.
Gefascineerd lees ik verder.
“Een gans kan snelheden tot maximaal 46 kilometer per uur halen.” Dat is wel even iets heel anders dan “in ganzenpas lopen”.
Want volgens de Dikke Van Dale is dit een “militaire pas waarbij het been hoog gestrekt wordt en de voet vervolgens met kracht wordt neergezet”. Tja, dat zie ik deze ganzen nog niet zo 1-2-3 doen, moet ik eerlijk zeggen.
Hun aanblik levert me dubbele gevoelens op. Enerzijds biedt het me troost te zien dat sommige dingen nooit veranderen in onze turbulente wereld. Ondanks de coronacrisis vliegen de ganzen nog steeds gewoon in V-vorm.
Anderzijds geeft het me ook een onbestemd gevoel. Komen ze nu aan vanuit het hoge noorden om hier de winter met ons door te brengen of verlaten ze ons toch nog? Misschien willen ze niet wachten op een vaccinatiespuitje, een horror-winter of een weer te elfder ure afgelaste voetbalwedstrijd. En geef ze eens ongelijk. Nee. Ze laten ons er maar mooi alleen mee zitten, denk ik. Als de spreekwoordelijke ratten die het zinkende schip verlaten.
Als ook de laatste trekvogel uit mijn gezichtsveld is verdwenen, moet ik even zuchten. Even voel ik me alleen. Gans alleen, met de klemtoon op.
Graag tot meer lees volgende week.
Groeten, Seven.
Recente reacties