Uit de nieuwskeuken van Seven: een laatste terugblik op Kerstmis
Beste lezers,
Het zijn rare dagen geweest. Nu ja, raar. Anders, en terwijl ik nip aan een eerste tas koffie denk ik: ‘Oh, the good old days’.
Ik heb mezelf afgelopen donderdagavond erop betrapt dat ik heimwee heb naar de jaren tachtig.
En dan vooral naar Last Christmas, de ultieme kerstvideoclip van Wham!
Alle ingrediënten voor de Kerstmis uit mijn dromen waren erin aanwezig: eindelijk een witte Kerstmis van onbezorgd lol trappen met leeftijdsgenoten.
Een Kerstmis van sneeuwballen gooien en sneeuwpoppen maken.
Maar bovenal een Kerstmis van een romantisch haardvuur en met George Michael als mooiste aller cadeaus onder de boom.
Omdat een column meestal net een biechtstoel is, zal ik hier maar meteen bekennen dat ik géén crush had op de leadzanger van Wham! Een dromer ben ik altijd geweest en dus zwijmelde ik als twintiger bij die beelden van een grote vriendengroep die in zo’n gemütlich (een woordje Duits bekt wel) ondergesneeuwde chalet lekker samen Kerstmis ging vieren. Dat wilde ik óók! In plaats daarvan zat ik tussen allemaal ouderen en gillende neefjes passief-agressief met mijn vork in een reerug te prikken terwijl buiten de regen met bakken naar beneden kwam. Ik zou toen, prettig gestoord als ik ongetwijfeld was (of nog ben), met alle liefde één van mijn vitale organen hebben weggeschonken als ik in die clip de plaats naast die meid met de zwarte krullenbos had mogen innemen.
Want wat was ik jaloers! Ik liep nog net niet groen aan als ik zag hoe ze met z’n allen liefdevol met elkaar door het witte poederige landschap dartelden, stiekem verliefde blikken uitwisselden aan de kerstdis en dat intieme moment met die gevallen kerstslinger beleefden
(George druk in de weer met zilveren kerstslinger boven in de boom; krullenbos op een lagere plek aan het worstelen met een kerstbal; George die zijn kerstslinger laat vallen (expres ???); in zijn stuntelige poging om die op te vangen komt hij – oh toeval! – nét iets te kort naast krullenbos neer, waarna ze elkaar nét iets te lang betekenisvol in de ogen kijken).
En omdat ik die 4 minuten en 30 seconden lange clip in een masochistische bui ook nog had opgenomen, zag ik ze om de haverklap.
Noem me naïef, maar in die tijd had ik echt niet door dat Mr. Michael de herenliefde prefereerde. Hij wist het toen natuurlijk zelf wel, al probeerde hij nog zo de schijn op te houden. Maar in die tijd zagen mijn onbevangen ogen alleen een man met een geweldige bos haar, parelwitte tanden, mooie ogen en een goed lijf. Een Griekse God was er niks bij. En dan die stem!
Anno 2013 kan ik in mijn verdediging alleen maar aanvoeren dat ongeveer de helft van de wereldpopulatie er toen net zo over dacht, inclusief niemand minder dan wijlen Prinses Diana die hem ‘gorgeous’ vond. What’s in a name.
Als ik de clip nu bekijk, breekt het zweet me uit. Ik moet werkelijk stekeblind zijn geweest om niet te zien dat de goeie jongen nog uit de kast moest komen.
Die halflange, geblondeerde, übergestylede en geföhnde haren! Die oorbelletjes links én rechts! En, nu ik er nog eens heel goed naar kijk, de make-up die hij ongetwijfeld op had. Het moment waarop hij met een bontmuts over zijn weelderige blonde lokken met gebronsd gelaat en verdacht roze lippen peinzend staat te kijken naar zijn in de sneeuw spelende vrienden vind ik dat hij zelfs meer op een vrouw dan op een man lijkt. Dit noemen ze ook wel voortschrijdend inzicht.
Toch blijft de clip leuk.
Het is een icoon uit de eighties. Die haarcoupes. De herinneringen die hij oproept aan mijn eigen twentysomething jaren.
Het liedje heeft de tand des tijds glansrijk doorstaan. Het is en blijft een heerlijke kerstplaat die nog vele jaren mee kan. De afgelopen weken klonk dit nummer tot vervelends toe bij diverse radiostations waarbij luisteraars met gesloten ogen genoten van zijn warme stem doorspekt met jingle bells en kerstklokken.
En als George, lichtjes hijgend en met precies de juiste dosis heesheid, de passage bereikt waar hij happy christmas fluistert, is het kerstgevoel compleet. Zelfs nu in 2020, waar een virus het leven beheerst, kan Kerstmis niet meer stuk.
Tweede koffie. Mijn gedachten glijden weg naar, hoe mijn muze en ik, hand-in-hand slenterend de immer sfeervolle Dortse kerstmarkt bezochten. Magie was het, waarbij wij ons de Anton Pieck-achtige kersttafereeltjes lieten welgevallen. Schuifelend tussen de overbekende houten hutten met daarin doodgewone handtassen, riemen en hoesjes voor mobiele telefoons. Er worden braadworsten geserveerd, het is moeilijk kiezen tussen geurige Glühwein en dampende chocolademelk. ’t Is onze eigen winterse droom die wij overgieten met liefde. Ik denk dat heel veel mensen dezer dagen naar dat ultieme gevoel van … – ja van wat eigenlijk – verlangen.
Na enig nadenken geloof ik dat mensen, mijn muze en ik incluis, naar een kerstmarkt trekken in een hunkering naar wat ouderwetse gezelligheid, nostalgie en geborgenheid omdat we allemaal graag die ultieme kerstdroom van de reclames, uit oude films of videoclips en boeken in het echt willen beléven. Het is dit jaar niet aan de orde, helaas.
Dus kruipen we dicht tegen elkaar aan, fleecen we onze benen en schenken twee glaasjes rood in. ’t Is onze home-made kerstmarkt – for two only -, met George Michael op de achtergrond. In de kerstboom hebben we extra liefdesslingers. We knipogen naar elkaar en kijken positief uit naar de jaarwisseling.
Graag tot meer lees volgende week.
Groeten, Seven.
Recente reacties