Uit de nieuwskeuken van Seven: Poverello
Beste lezers,
Het zijn moeilijke tijden. Voor iedereen. De eenzaamheid verschuillt zich binnen de muren -van niet alleen ouderen-, bange mensen mijden contact en alles wijst erop dat Kerst dit jaar de kalkoenen zal sparen.
Moeilijke tijden, waarin afgelopen week mijn aandacht getrokken werd in de buurt van het Van Havreplein door een oudere man. Eigenlijk sjokt hij meer dan dat hij loopt. Zijn kleren zijn vaal en gehavend. De onderkant van zijn zwarte broek zit vol met aangekoekte modderplekken. Aan zijn voeten zie ik afgetrapte sportschoenen. Van zijn rechterschoen is de zool los gekomen. Ik liep op korte afstand achter de man.
Hij was me al even eerder opgevallen toen ik de straat overstak na terugkomst van mijn boodschappen. Zijn leeftijd kan ik niet schatten.
Vooral ook omdat hij een veel te grote muts over zijn warrige haardos en een deel van zijn gezicht heeft getrokken. Hij trekt een grote boodschappentas op wieltjes achter zich aan. Een wiel staat scheef, waardoor het soms blokkeert. Dan geeft hij, zonder zelfs maar achterom te kijken, er een korte ruk aan en sjouwt hij verder. De tas zit zo te zien mudjevol want hij puilt aan alle kanten uit.
Bovenop heeft hij een enorm groot pakket bevestigd, omwikkeld met oude plastic zakken en van die brede, grijze tape.
Het wankele geheel wordt op zijn plek gehouden door zo’n spin die je normaal gesproken op je bagagedrager van je fiets legt. Aan de zijkant van de tas heeft hij een oude, verweerde paraplu geklemd.
Terwijl ik hem op gepaste afstand volg, vraag ik me af of de spulletjes in de boodschappentas en in de plastic zakken alles zijn wat hij heeft.
Maar ik weet het antwoord eigenlijk al. Waar is hij naar op weg? Wat gaat er in hem om? Heeft hij hulp nodig of zou hij die niet willen?
Ik hou wat afstand, volg hem als een soort geheim agent en merk hoe hij halt houdt aan Poverello.
Stilzwijgend neemt hij plaats in een soort, langs de gevels van de aanpalende huizen wachtrij, met in zijn linkerhand een muntstuk van €2.
De kostprijs van een afhaalmaaltijd met extraatjes.
Na wat research kom ik erachter dat iedereen hier terecht kan, al moet je volgens mij een zekere schaamte overwinnen.
Dat heeft een koppeltje (dat komt aangereden in donkerkleurige gezinswagen) alvast gedaan want na het parkeren begroeten ze iedereen met een brede glimlach, alsof het allemaal vrienden zijn.
Hier in de wachtrij zal ongetwijfeld iedereen zijn/haar verhaal hebben hoe het zover is kunnen komen.
Ik sla het allemaal gade vanop een paar meter, een wereld van verschil. Eenmaal thuis besluit ik er deze week een column over te schrijven. Ik wandel virtueel door de website van Poverello en denk met hun mee.
Wat kunnen we leren van mensen in nood?
Vaak worden zij beschouwd als mensen die mislukt zijn, die het niet gemaakt hebben. Zonder alles te idealiseren, zien we bij hen toch veel positieve houdingen die in onze maatschappij verloren gaan. Alhoewel zij zogezegd de zwakken in de samenleving zijn, plaatsen zij een vraagteken bij het efficiënt denken en het productief handelen van onze consumptiemaatschappij.
Men kan iets leren van professoren, maar ook van kinderen; men kan iets leren van een geslaagde manager, maar ook van een eenvoudige werkman; men kan iets leren van een topsporter, maar ook van een gehandicapte in een rolstoel.
Wie zal er het belangrijkste te vertellen hebben als het erom gaat een gelukkig mens te worden en niet om een succesvolle carrière op te bouwen?
Is het omdat men zijn miserie en problemen niet meer kan verstoppen dat men de vrijheid heeft teruggevonden om te zijn zoals men is?
Men kan en hoeft zich niet meer te verstoppen achter een mooi verzorgde façade. Zo vinden we bij zogezegde ‘armen’ veel meer authenticiteit dan in sommige andere middens. De confrontatie met hun kwetsbaarheid was een harde les en vernielde hun masker. Is het omdat men zichzelf leerde kennen en aanvaarden , met zijn goede en zwakke kanten, dat het voor velen gemakkelijker is het anders zijn van anderen te aanvaarden en met hen samen te leven?
Is het omdat men momenten van miserie en ontbering gekend heeft dat men kleine dingen heeft leren waarderen, zowel op materieel als op emotioneel vlak?
Dit in tegenstelling tot onze maatschappij waar het, zelfs bij kinderen, een normale reactie is geworden van steeds meer te willen hebben, te kijken naar wat men nog niet heeft en te vergeten wat men allemaal al heeft.
Is het omdat men zoveel miserie en problemen heeft moeten verwerken dat men de kans voor een grapje niet zal laten voorbij gaan?
Soms horen we wel eens zeggen: “Als we niet meer kunnen lachen, gaan we dood.” “Wat verandert al dat getreur en gezaag?”
Is het omdat men alleen op de wereld is dat men anderen gemakkelijker aanziet als zijn broers en zussen?
Het zijn vragen die een oudere sjokkende man bij mij opriep. In deze tijden waarop we lichtjes branden en ik de antwoorden niet weet, kan ik enkel zeggen : sommigen beschouwen Poverello als hun enige echte familie.
En dat verdient mijn en uw respect.
Bedankt Poverello om er te zijn! Jullie zijn voor velen het licht in moeilijke tijden.
Graag tot meer lees volgende week.
Genegen groeten, Seven.
Recente reacties