Het verhaal van Lina
Gerlinde Kooyman heeft acht jaar geleden een nieuwe vriendin gemaakt, Lina. Doorheen deze acht jaren heeft ze ook de rest van de familie leren kennen. Een familie die enkel vrede en veiligheid zoekt. Ze schreef volgend verhaal. Met de laatste berichten over de onterende en schandalige behandeling van vluchtelingen aan de Turks-Griekse grens willen we dit verhaal hier graag afdrukken. In de hoop dat er meer mededogen zou groeien.
“Het is nu 8 jaar geleden dat ik haar leerde kennen. Ik zie het nog voor me. Allebei hadden we een dikke buik. Zij was al verder dan ik. We ontmoetten elkaar voor het eerst in de Speelbabbel, een ontmoetingsruimte voor moeders met hun kinderen. Ze had een ondeugend gezicht, iets uitdagends. En ik die altijd al moeite had met autoriteit, voelde onmiddellijk sympathie voor het rebelse dat ik terugvond in haar gezicht. En zo werden we vriendinnen, Lina en ik. Zij van Syrië. Ik van België. Maar dat maakte niet uit.
Toen ze naar het ziekenhuis ging om te bevallen, lette ik op haar andere kinderen. De jongste kende nog geen Nederlands en ik probeerde dan mijn enkele woordjes Arabisch uit. Door de jaren heen kwamen we veel samen. Lina had het nationale Syrische talent van het koken geërfd. Regelmatig grapte ik: “Lina, als alle vrouwen zouden koken zoals jij, dan zou er nergens meer oorlog zijn.”
De oorlog…. Die kwam wel ter sprake, ja. Voor vele Belgen was dat de ver-van-hun-bed-show. Voor mij was Syrië een beetje dichterbij gekomen. Lina vertelde me over haar zus die gevlucht was en met haar kinderen in Zweden terecht gekomen was. En over haar moeder die naar haar broer in Saudi-Arabië gevlucht was. Die broer had daar een job. Hij huurde een kamertje en Lina’s moeder moest daar heel de dag binnen blijven, want zonder man mocht ze niet buiten. Ze heeft het een jaar volgehouden en is dan verder getrokken naar Turkije. Daar heeft ze nog een half jaar gezeten voor ze compleet uitgeput en onder de voet in België aankwam.
De mama… Depressief, te dik van het altijd binnen zitten. Lina vroeg me op een gegeven moment of ik ergens aan een rolstoel kon geraken om die mama toch naar buiten te krijgen. “Nee, Lina! Dat gaan we niet doen! Ze moet bewegen! Anders gaat die dood, hé!” Samen bekokstoofden we dan plannetjes om moeder te laten bewegen en wandelen. Dan gingen we met de bus ergens naartoe en moesten we nog even stappen. De mama wilde niet. En wij liepen er naast: “Nog eventjes, Oum. ’t Is niet ver meer.” De mama had vroeger nooit haar land verlaten. De mama volgt nu Nederlandse les en inburgering in een land ver weg van haar eigen stukgeschoten Syrië. De mama, die lieve mama…
En ook broer Ayman kwam. Ik zie hem nog staan. Een reus van een vent met een klein hartje. Hij zag me voor het eerst en drukte me direct de hand. Lina kwam tussenbeide. “Nee, Ayman, geen handen geven aan een vrouw. Dat past niet voor een moslim.” Kleine confrontatie met de vriendin. “Hey Lina! Wat doe je nu? Die gast past zich aan en jij weerhoudt hem ervan?! Zo gaan we niet beginnen, hé!”
Die kleine confrontaties hebben Lina en ik door de jaren heen behouden. We zoeken eenheid in de verscheidenheid. De diversiteit binnen de Tawhid. Alleen door dialoog vinden we elkaar en blijven we elkaar vinden. onze verschillen zijn niet contradictorisch, maar veeleer complementair. Door de jaren heen leerde ik de hele familie kennen. En hoewel we zo verschillend zijn, is er altijd veel respect geweest. We zochten en vonden verbinding.
Ayman werkt ondertussen al verschillende jaren in de zaak van mijn oom. Hij doet het daar goed. Hij had in Syrië zijn eigen zaak. Die kerel heeft een werkattitude. Niks gelukszoeker, niks zielig ventje dat geadopteerd zou moeten worden.
Vandaag kreeg ik telefoon van Lina. Haar broer moest vertrekken uit Saudi-Arabië. Arbeidsvergunning verlopen. Hij kon niet terug naar Syrië. Hij is naar Turkije gegaan en de afgelopen dagen trachtte hij de Griekse grens over te steken. Hij vertelt dat hij in Turkije ook niet mag blijven. Nergens welkom. Hij heeft het koud, ijskoud. Hij heeft enkel een jas aan, had niet gedacht dat de tocht zo moeilijk en guur zou worden. De mama weet het niet. Ze mag het niet weten. Het zou te veel voor haar zijn. Samen wachten we bang af.”
Gerlinde Kooyman
Recente reacties