“Koop appelen en peren van hier!”

Op de buurderij Gitschotelhof staat ook een fruitteler. Het is Bart Bossaerts die samen met zijn vrouw Marleen Lenaerts een bedrijfje heeft. Omdat de fruitsector al enkele jaren in zwaar weer zit, sprak Gazet van Deurne met de fruitboer.

GvD: Hoe zijn jullie begonnen als fruittelers?

B.B.: “Eigenlijk zijn we gegroeid uit het ouderlijk bedrijf. Eerst werkte ikzelf deeltijds in ons bedrijfje. Maar enkele jaren geleden stond ik professioneel op een kruispunt. Toen heb ik de stap gezet naar voltijds fruitteler. We telen vooral peren die voor een groot gedeelte naar de veiling gaan. Daarnaast hebben we ook appelen die we voornamelijk aanbieden in de onmiddellijke verkoop aan de gebruikers, zoals op de buurderij. De variëteiten die we hebben zijn conference en doyenné peren en elstar en jonagold appelen.”

GvD: Heb je als fruitteler veel werk? Of moet je enkel kijken naar je bomen tot het fruit rijp is om te plukken?

B.B.: “We werken het hele jaar rond. In de winter snoeien we de bomen. Dat is een werkje waarmee we de hele winter bezig zijn. Daarnaast sorteren we het fruit op grootte en kwaliteit, vooral het fruit dat dient om onmiddellijk aan de verbruiker te verkopen. In de lente starten we met de bescherming van de boomgaard. We zijn reeds vanaf het begin gestart met de  geïntegreerde gewasbescherming. Dit wil zeggen dat we de schadelijke insecten onder de schadedrempel proberen te houden met behulp van nuttige insecten die al dan niet in de boomgaard worden uitgezet: roofwantsen, roofmijten, zweefvliegen, gaasvliegen, oorwormen, mierenwants, lieveheersbeestjes, allerhande  spinnen,  etc. Daarnaast bestrijden we de fruitmot door gebruik te maken van feromoonverwarring, waarbij we het feromoon van de vrouwelijke fruitmot verspreiden met dispensers (540/ha) zodat deze insecten niet tot paren overgaan. Het zijn de rupsjes van deze mot die zich in de vruchten boren. De schimmels worden bestreden op basis van advies van PCF (proefcentrum fruitdiensten aan telers).  De lente is ook de tijd dat we bang afwachten of er al dan niet nachtvorst optreedt. We hebben geen beregeningssysteem dat water verspreidt om de bloesem te beschermen.

In de zomer moeten we dan vooral uitdunnen. Dat wil zeggen dat we de onnodige scheuten weg snoeien. En we controleren het groeiend fruit. Slechte vruchten verwijderen we. Weet je dat we elke boom manueel behandelen? In dit seizoen moeten we vogels zoals kraaien, kauwen en eksters afweren. Dat doen we met vliegers, rammelaars en knallers. Op het einde van de zomer begint dan de pluk.  De peren worden in een keer geplukt, de appelen worden geplukt op kleur. Het fruit wordt dan opgeslagen in koelruimten. Met een lage temperatuur en een laag zuurstofgehalte in de koelcel kan het lang worden bewaard. Het fruit dat niet in aanmerking komt voor verkoop, wordt gebruikt om siroop en sap van te maken.”

GvD: de berichten over de fruitsector klinken de laatste jaren niet zo gunstig. Kan je als fruitteler nog overleven?

B.B.: “Het is inderdaad moeilijk. De trend is om steeds maar te vergroten omdat de retailers zo zwaar op de prijs drukken. Dan is het antwoord om de productie op te drijven. Wijzelf hebben geopteerd om een kleinschalige fruitboer te zijn. Dan kunnen we werken aan een goede kwaliteit en kunnen we zelfs de productie vergroten. Daarbij hebben we ook gekozen om rechtstreeks te verkopen aan de consumenten, zoals op de buurderij, de zogenaamde ‘Korte Keten’. Het maakt een groot verschil als we een eerlijke prijs voor onze producten krijgen. Daarnaast is het natuurlijk ook altijd leuk om als teler positieve feedback te krijgen van de rechtstreekse klant, dat motiveert. Ik zou dan ook heel graag de lezers van Gazet van Deurne willen oproepen om lokaal geteeld fruit te kopen. En zeker geen appels of peren te kiezen die van de andere kant van de wereld zijn ingevlogen. Dat is goed voor het milieu en goed voor de economie.”

Buurderij Gitschotelhof en Buurderij Cinema Rix: www.boerenenburen.be en dan verder gaan naar de buurderij van je keuze.