Al 1000 bezoekers bezochten het natuurhistorisch museum Boekenberg
Gisteren verwelkomde het Natuurhistorisch museum Boekenberg zijn 1000ste bezoeker van dit jaar.
Steeds meer mensen vinden de weg naar het natuurhistorisch museum in Boekenbergpark, in de volksmond ook ‘de grot’ genoemd. Het museum is dan ook ondergebracht in een kunstmatige grottenmassief. De toegang is goed verborgen in het groen, maar een geluidsinstallatie aan de deur trekt op niet storende wijze de aandacht van voorbij kuierende wandelaars. Het blijkt te helpen want deze zomer zijn er al 1000 bezoekers geweest. Nummer 1000 kwam gisteren om ongeveer een half uur na de opening de trap afgedaald. Eigenlijk waren ze met zijn tweeën: Bruno de Bethune en Charlotte Aarts. Ook zij waren aan het wandelen toen hun nieuwsgierigheid werd geprikkeld door de open deur. Zij werden binnen opgewacht door vrijwillige medewerkers Noortje Van Agtmael en Ine Wollaert. Charlotte Aarts kreeg een ruiker bloemen en een agaatschijf. (nvdr. Agaat is een fijnkristallijne variëteit van kwarts.)
Achteraf waren beide bezoekers tevreden. Charlotte Aarts: “Het is leuk om in de verschillende kamertjes rond te lopen, alsof je op ontdekkingstocht bent. Voor Bruno de Bethune sprong een kamer er bovenuit: “De fluorescerende stenen vond ik toch wel het mooist.” Zijn vriendin knikte en voegde er nog aan toe: “Het geraamte daarentegen vond ik wel wat griezelig.” Noortje Van Agtmael wees erop dat dank zij het district en het programma ‘Buurten met erfgoed’ ook scholen de weg naar het museum vinden.
Recente reacties